Door Habtamu de Hoop op 5 oktober 2021 Delen
Vrolijk, fijn en veilig. Dat is wat de PvdA wil dat onderwijs is voor kinderen.
Want je zal maar puber zijn, je seksualiteit en je geaardheid beginnen te ontdekken en vervolgens verteld worden door je mentor dat je zelf mag kiezen: of je vertelt je ouders nu zelf dat je gay bent, of de school doet het voor je. En o ja, je ouders staan trouwens al beneden. Als je dan begrijpelijkerwijs in paniek raakt en wilt vluchten, draait de zorgcoördinator gewoon de deur op slot. Een afschuwelijke situatie die niemand zou moeten mogen overkomen, maar op het Gomarus gebeurde het wel. Het is een goede zaak dat het OM onderzoek doet naar dit voorval, maar er kan meer gedaan worden om discriminatie en uitsluiting te voorkomen.
School moet een veilige plek zijn, ongeacht je geaardheid of wie je bent.
Want school moet een veilige plek zijn, ongeacht je geaardheid of wie je bent. Maar helaas is dat nog te vaak niet het geval. Zo zijn er nog steeds scholen die identiteitsverklaringen hanteren waarin bijvoorbeeld het homohuwelijk wordt afgewezen. De basiswaarden van onze rechtsstaat – bijvoorbeeld de gelijkheid tussen man en vrouw, tussen homo en hetero – zijn niet onderhandelbaar. En elke leerling in Nederland verdient het op basis van die waarden en normen onderwezen te worden.
Nog te vaak staat het belang van het schoolbestuur centraal. Er wordt dan een beroep gedaan op Artikel 23 van de Grondwet, de vrijheid van onderwijs. Op basis van religieuze opvattingen worden leerlingen geweigerd, bijvoorbeeld omdat ze wel of niet een hoofddoek dragen of omdat een leerling moeilijk kan leren of waarvan de ouders niet zoveel te besteden hebben.
We hebben de laatste jaren meerdere voorbeelden gezien en er wordt dan altijd gezegd: we moeten ervoor zorgen dat dit niet meer kan gebeuren. Er wordt dan in gesprek getreden met slachtoffers en beterschap beloofd. Maar voor de PvdA is dit niet voldoende. We moeten voorkomen dat kinderen onrecht wordt aangedaan.
Ik dien een wetsvoorstel in om Artikel 23 van de Grondwet te wijzigen.
Het is daarom tijd om het belang van leerlingen voorop te stellen, en niet de vrijheid van het schoolbestuur. Daarom dien ik een wetsvoorstel in om Artikel 23 van de grondwet te wijzigen. In die wijziging wordt vastgelegd:
- Dat ieder kind recht heeft op onderwijs,
- Dat onderwijs de gelijke kansen, persoonlijkheidsontplooiing en kennis van basiswaarden van de democratische rechtsstaat moet bevorderen,
- Dat het bijzonder onderwijs even toegankelijk moet zijn voor alle kinderen die de grondslag van de onderwijsinstelling respecteren.
Ook de Onderwijsraad concludeert in nieuw onderzoek: de vrijheid van onderwijs is een groot goed, maar het geeft scholen ook een grote verantwoordelijkheid om goede zorg te dragen voor leerlingen. Geen enkele vrijheid is onbegrensd. De overheid moet duidelijker aangeven welke vrijheid scholen hebben en welke plicht zij hebben leerlingen les te geven volgens de normen van onze democratische rechtsstaat. Die handschoen pak ik hiermee op.
We hebben goede moed dat we hiermee het belang van de scholier verder centraal kunnen stellen.
Goed onderwijs, gelijke kansen voor kinderen en school als veilige plek zijn het waard om grondwettelijk te worden vastgelegd en beschermd. Want de wijk waar je woont, van wie je houdt, je religie of wie je ouders zijn, mogen nooit bepalend zijn voor je toekomst. School is een gelijk startpunt voor ons allemaal. We hebben goede moed dat we hiermee het belang van de scholier verder centraal kunnen stellen. En dát is het allerbelangrijkste.