Door Henk Nijboer op 12 januari 2021 Delen
Met de start van het vaccineren begint er licht aan het eind van de donkere tunnel te gloren.
Een moment waar we onze geliefden weer kunnen knuffelen, kinderen weer naar school kunnen gaan en ondernemers hun winkels weer open kunnen doen. Daar snakken we naar. Maar we zijn er nog niet: het telkens verlengen van de lockdown is inmiddels normaal geworden. Dat betekent langdurig dichte scholen, gesloten winkels en restaurants.
Winkeliers, kappers en restauranthouders staat het water aan de lippen.
Op dit moment staat winkeliers, kappers en restauranthouders het water aan de lippen. Winkeliers zitten met onverkochte voorraden en de restaurants staan al weken leeg. Zij vragen zich steeds vaker af hoe zij het salaris van het personeel nog kunnen betalen. De tegemoetkoming voor deze ondernemers moet ruimer en royaler. Zodat we aan het eind van deze crisis met deze winkels en restaurants ook nog levendige steden en dorpen hebben.
We moeten nu aan de slag om mensen nu ruimer en royaler te steunen.
Ondertussen zijn talloze ontslagrondes al in volle gang. Mensen verliezen hun werk en hun inkomen. Het aantal mensen dat aanklopt bij de Voedselbank en schuldhulpverlening neemt schrikbarend toe. Daarom moet er nu aan de slag worden gegaan met de werkgarantie en crisisbanen. Dit doen we door mensen te helpen van baan naar baan met behoud van een inkomen, creëren we crisisbanen om mensen aan de slag te helpen, schelden coronaschulden kwijt en trekken 100 miljoen euro uit om kinderen in armoede te helpen.
Onze voorstellen om mensen weer vooruit te helpen
Winkeliers, kappers en de horeca zitten in de knel. Winkeliers zitten met onverkochte voorraden en de restaurants staan al weken leeg. Terwijl juist deze restaurants en winkels onze steden en dorpen levendig houden. Het kan daarom niet zo zijn dat we deze bedrijven failliet laten gaan. De steun voor bedrijven moet omhoog. Daarmee redden we banen en dus ook inkomens van mensen (1,5 mld. euro).
Door de lockdown zijn sommige bedrijven volledig gesloten en hebben geen inkomsten meer. De rekeningen en de lonen moeten wel worden doorbetaald, maar dat is zonder inkomsten lastig. We willen dat deze bedrijven kunnen blijven voortbestaan en dat zij hun medewerkers hun loon kunnen doorbetalen. Daarom moet de NOW naar 90% voor bedrijven die verplicht dicht moeten. Ook bij de aanvraag van de NOW moet gekeken worden naar het omzetverlies op maandbasis in plaats van op kwartaalbasis.
De verlenging van de lockdown maakt ook dat theaters nog langer gesloten blijven, de gangen van musea nog langer verlaten zijn en de makers van cultuur werkloos thuis zitten. Om onze culturele instellingen overeind te houden en de makers een inkomen te geven, is meer steun nodig. Ook snakken we, als we gevaccineerd zijn, weer naar festivals. Mogelijk al dit jaar. Maar daarvoor is perspectief nodig. De evenementensector heeft daarom behoefte aan een garantiefonds, zodat zij artiesten kunnen boeken en feesten kunnen organiseren. Zo hebben we een mooi vooruitzicht als we door het vaccin beschermd zijn.
Om ervoor te zorgen dat mensen die nu zonder baan zitten ook aan het werk te helpen, komen er crisisbanen. Hiervoor moeten gemeenten voldoende budget en ruimte krijgen om mensen aan de slag te helpen. De huidige 60 miljoen voor gemeenten is te weinig en moet hoger. Op die manier kunnen we duizenden mensen aan de slag helpen door een crisisbaan.
Waar barpersoneel, stadsgidsen en geluidstechnici massaal zonder werk komen te zitten, schreeuwt de samenleving om meer leraren voor de klas en handen aan het bed. Er is grote behoefte aan bouwvakkers, mensen met ICT-vaardigheden, of installateurs voor groene energie. Met de werkgarantie willen we dat bedrijven in samenwerking met vakbonden en de overheid mensen van werk naar werk begeleiden. In de zomer vorig jaar is extra geld toegezegd, maar hiervan is nog vrijwel geen cent uitgekeerd. Het kabinet moet aan de slag met de werkgarantie en het geld per direct beschikbaar stellen. De eerste ontslagrondes worden al aangekondigd. Met de werkgarantie voorkomen we dat mensen nodeloos thuis komen te zitten en houden ze een zeker inkomen.
De sectoren waar jongeren vaak werkzaam zijn, zoals de horeca en evenementen, zijn hard getroffen. Voor de jonge werknemers is daarom wat extra’s nodig. Ook zij moeten aanspraak kunnen maken op een fatsoenlijk inkomen om deze periode door te komen. Voor flexwerkers, die tijdens de coronacrisis werkloos zijn geraakt, willen we geen vermogenstoets en geen partnertoets in de bijstand. De kostendelersnorm moet worden afgeschaft. De bijstand voor jongeren moet omhoog naar 1.050 euro.
Deze crisis vergroot de kwetsbaarheden in ons land nog eens extra. Het aantal gezinnen dat aan moet kloppen bij de voedselbank of de schuldhulpverlening neemt schrikbarend toe. Deze mensen moeten we helpen. Door probleemschulden over te nemen en deze sneller kwijt te schelden, creëren we rust zodat mensen kunnen werken. Ook geven we 100 miljoen euro extra uit om kinderen in armoede te laten sporten of om ervoor te zorgen dat zij ook online onderwijs kunnen volgen.