Solliciteren naar een baan, je kinderen voorlezen en de bijsluiter van medicijnen begrijpen, het zijn alledaagse dingen die essentieel zijn om mee te kunnen doen in de samenleving. Toch zijn in 2021 meer dan twee miljoen mensen in ons rijke land officieel laaggeletterd. En het probleem groeit. Een kwart van de vijftienjarigen kan niet voldoende lezen en schrijven.
Dat moet echt anders. Kinderen moeten weer plezier hebben in het lezen. Dat steeds meer mensen slecht kunnen lezen is geen natuurverschijnsel. We kunnen er wat aan doen. Daarom wil ik met alle andere partijen een stembusakkoord sluiten. Om echt werk te maken van de aanpak van laaggeletterdheid. Met de volgende punten.
“Dat steeds meer mensen slecht kunnen lezen is geen natuurverschijnsel. We kunnen er wat aan doen.”
1. Fors investeren in het onderwijs: in minder werkdruk en een beter salaris voor leraren, in scholen met veel achterstandsleerlingen.
2. Een voorschool: voor alle kinderen tussen 0 en 4 jaar. Publiek gefinancierd.
3. Elke leerling verlaat het onderwijs met goede lees-, reken- en schrijfvaardigheden.
4. Het uitbreiden van het stimuleringsfonds: voor de bibliotheken uit zodat bibliotheken open kunnen blijven of open kunnen gaan.
5. Volwasseneneducatie 100.000 laaggeletterden per jaar krijgen: door middel van taalhuizen in bibliotheken, meer vrijwilligers en het samenwerkingsprogramma Taal voor het Leven.
6. Schaamte wegnemen. Gemeenten krijgen hulp om mensen met een lagere taalvaardigheid op te sporen en hulp aan te bieden.
7. Internet is een basisbehoefte. Ieder Nederlands huishouden krijgt het (afdwingbaar) recht op een betaalbare en snelle internetverbinding van ten minste 50mb/s.
8. Een leesoffensief onder kinderen. We brengen de leraren Nederlands weer in positie om leesonderwijs leuk te maken.
9. Alle overheden en essentiële dienstverlening moeten communicatie in begrijpelijk Nederlands aanbieden.