Door Attje Kuiken op 5 juli 2023 Delen
Afgelopen zaterdag gaf de baas van de NS, Wouter Koolmees, een interview in de Volkskrant. Hij stelde onder meer voor om de treinkaartjes in de spits duurder te maken. Dat voorstel leidde tot grote verontwaardiging. En terecht. Het verder verhogen van de prijzen van treinkaartjes in de spits is een onzalig plan en moet van tafel. Het is nu echt tijd dat we anders gaan kijken naar openbaar vervoer en de functie daarvan in onze samenleving.
Wat de PvdA betreft starten de analyses van genoemde experts in de krant vanuit een verkeerd uitgangspunt: marktmechanismen waarin schaarste de prijs bepaalt. Daarin wordt een cruciale stap overgeslagen. Willen we wel dat openbaar vervoer te zeer onderhevig is aan marktmechanismen? Wat ons betreft niet.
In een samenleving waarin we willen dat iedereen de kans krijgt om mee te doen, is het bieden van betrouwbare en betaalbare openbaarvervoersverbindingen geen luxegoed, maar een basaal, onmisbaar en duurzaam onderdeel van die samenleving. Veel mensen met cruciale beroepen, zoals schoonmakers, beveiligers, onderwijzers en verpleegkundigen, zijn dagelijks afhankelijk van een vervoersmiddel om op hun werk te komen. En laat net die groep steeds meer moeite hebben om rond te komen. Hen meer laten betalen is niet alleen onverstandig, het is pervers.
Een oproep aan deze groepen werknemers om maar buiten de spits te reizen zal met weinig instemming ontvangen worden. De werktijden worden bepaald door het lesrooster, de openingstijden van de polikliniek of de tijden waarop schoongemaakt mag worden bij de opdrachtgever. Dat is geen vrije keuze. Dat is het verschil tussen een beperkt inkomen en geen inkomen.
De geraadpleegde experts redeneren vanuit de markt en – zo lijkt het – vanuit hun eigen perspectief. De luxe van het bepalen van eigen werktijden, thuis of op kantoor, is slechts gegeven aan een beperkt deel van de maatschappij. Wij verwachten echter meer inlevingsvermogen van onderzoekers van openbaar vervoer. Juist zij zouden het maatschappelijke nut moeten meenemen in hun economische analyses.
Als wij in Nederland – en de PvdA wil dat – betaalbaar, betrouwbaar en toegankelijk openbaar vervoer willen, in de randstad en daarbuiten, dan zal de overheid daar een aanzienlijke bijdrage aan moeten doen. Na Zwitserland heeft Nederland nu al het duurste openbaar vervoer van Europa, daar kan echt niet nog een spitsheffing bovenop. Openbaar vervoer is geen luxegoed, het is net zo nodig voor het functioneren van dit land als een spoorlijn voor een trein.
De Tweede Kamer heeft onlangs een voorstel van CDA en PvdA aangenomen om nu meer geld te steken in beter regionaal openbaar vervoer. Tot dusver houdt het kabinet de deur dicht, maar het geduld met de kwaliteit van ons steeds slechter wordende openbaar vervoer is wel op. We verwachten voor Prinsjesdag een stevig pakket aan investeringen in trein, tram, metro en bus van dit kabinet. Dat zet meer zoden aan de dijk dan een nieuw betoog voor duurdere treinkaartjes.