Al twaalf jaar is Ahmed Aboutaleb burgemeester van Rotterdam. Begin dit jaar werd hij voor nog eens zes jaar benoemd. We spreken hem over de kloof tussen overheid en inwoners en hoe die kleiner te maken. Over het beschermen van inwoners in kwetsbare wijken en wat daar voor nodig is.
Begin dit jaar stuurde u een brief aan alle Rotterdammers. In het oog sprong uw pleit voor meer ontmoeting als middel om wijken te versterken.
‘Met de politiechef en de hoofdofficier van justitie ga ik kwetsbare wijken in. We luisteren naar de zorgen van bewoners over veiligheid, afval, toezicht en groen in de wijk. We krijgen waarnemingen mee van bewoners en maken afspraken. Aan het einde van de avond leg ik een of twee van die afspraken neer bij de bewoners zelf. De rest is voor de gemeente, politie en justitie. Het werkt heel goed om de verantwoordelijkheid voor een deel bij bewoners neer te leggen. De dingen die we zo doen en realiseren, daar zijn ze trots op, ze gaan het koesteren en onderhouden. Heel veel mooie grote en kleine dingen zijn in de samenleving te vinden. Ze liggen op straat, je moet ze alleen oprapen.’
“Heel veel mooie grote en kleine dingen zijn in de samenleving te vinden. Ze liggen op straat, je moet ze alleen oprapen.”
U schreef ook dat er meer oog moet zijn voor inwoners die bescherming nodig hebben.
‘De afgelopen jaren zijn we landelijk en lokaal de overheid zo gaan managen en organiseren dat de mens op een afstand van de overheid is komen te staan. We hebben allemaal callcenters, we sturen een brief met ‘als u nog vragen hebt belt u dan het algemene nummer.’ De vraag is waarom zet je er niet gewoon de naam en het telefoonnummer onder van de ambtenaar die het dossier heeft behandeld? Als voorbeeld mijn vader, die is behoorlijk op leeftijd, zijn zorgverzekeraar heeft hem een brief gestuurd waarin staat: ‘we gaan stoppen met brieven sturen, voortaan sturen we alles naar uw mailadres.’ Mijn vader heeft geen mailadres en ook geen internetaansluiting. We denken dat de hele samenleving bestaat uit millennials die allemaal hun boontjes kunnen doppen, maar dat is natuurlijk niet zo. De overheid moet zich anders gedragen tegenover mensen die bescherming nodig hebben dan tegenover mensen die het allemaal zelf kunnen.’
U trok aan de bel bij het Kabinet met vijftien andere burgemeesters. Over hoe de coronacrisis wijken en mensen raakt.
‘Mensen die het al lastig hadden, die kwetsbaar zijn op de arbeidsmarkt, die een ZZP-baantje hebben of schulden, daar heeft de coronacrisis de kloof zichtbaarder en dieper gemaakt. Als voorbeeld: we gingen over op thuisonderwijs maar een heleboel kinderen hebben geen PC of laptop thuis. En als ze die hebben gaat thuisonderwijs er vanuit dat ouders een beetje meehelpen. Maar als die ouders niet kunnen rekenen vraag je iets wat ze niet kunnen geven. De gezinnen waar men wel de tafel van negen kan opdreunen geven hun kinderen een betere startpositie mee dan de gezinnen waar dat niet lukt.’
“‘Mijn ervaring in Rotterdam Zuid is dat extra aandacht voor kinderen de beste garantie is om aanwezig talent te ontginnen.”
Hoe lossen we dat op?
‘Mijn ervaring in Rotterdam Zuid is dat extra aandacht voor kinderen de beste garantie is om aanwezig talent te ontginnen. Het zijn ruwe diamantjes, maar die moet je wel slijpen. Ik ben dan ook ongelofelijk blij met het extra geld voor onderwijs dat het Kabinet net beschikbaar heeft gesteld, maar daarmee is de kloof nog niet gedicht. Ook een volgend Kabinet zal zich in moeten zetten om die kloof te dichten. Als je de kaart van Rotterdam pakt en je kijkt naar waar het onveilig is, naar wat voor verdachten we oppakken, dan zie je dat het veelal mensen zijn die minder kansen hebben gehad en die wonen in kwetsbare wijken. Het zijn niet de mensen die op de beurs handelen of die in Wassenaar wonen. Investeren in veiligheid moet ook vanuit deze analyse gebeuren. Mijn inschatting is dat we de komende jaren nog ruim vijfduizend agenten nodig hebben in Nederland. Daarbij moeten we juist ook investeren in de mensen in deze wijken zodat het reservoir waar de criminaliteit uit kan putten krimpt. Dat kan alleen als we jongeren via de weg van het onderwijs het beste perspectief bieden.’
Wat verwacht u de komende jaren van het Kabinet?
‘Er zijn heel veel partijen die willen investeren in onderwijs. In Rotterdam zeggen wij: breid de tijd die kinderen leren uit, leg de focus op taal en rekenen en -erg belangrijk –op persoonlijkheidsvorming. Daarnaast: we hebben als Rotterdam veel geïnvesteerd in het tegengaan van ondermijnende criminaliteit en de import van drugs in de haven. Er ligt een verzoek bij de minister van justitie waarin ik vraag om langjarig geld. Want er is nog teveel in onze samenleving dat drugshandel faciliteert. Jongeren die het niet redden in het onderwijs maken daar carrière. We moeten dus iets doen aan het statuur van de leraar. Na je ouders is je leraar of lerares de belangrijkste persoon in je leven. Het zijn onze tweede opvoeders. De waardering en de salarissen moeten omhoog, de klassen moet kleiner. In Rotterdam helpen we leerkrachten, maar ook agenten en zorgpersoneel via een proef sneller aan een woning. Want hen hebben we nodig.’
“In Rotterdam helpen we leerkrachten, maar ook agenten en zorgpersoneel via een proef sneller aan een woning. Want hen hebben we nodig.”