"We kunnen allemaal vooruit komen,
als we omzien naar elkaar"
Attje Kuiken legt uit hoe we als samenleving sterker uit de crisis komen, als we de rijkdom eerlijker verdelen. Het koopkrachtplan van de PvdA en GroenLinks biedt een socialer alternatief, zodat er niemand in de kou zit deze winter.
Klik op de video om de toespraak te bekijken
Het koopkrachtplan van de PvdA en GroenLinks
Om te laten zien dat Nederland rijk genoeg is om mensen te beschermen tegen armoede, presenteren de PvdA en GroenLinks samen een alternatief koopkrachtplan. De uitgaven in dit plan zijn doorgerekend en goedgekeurd door het CPB.
Transcript van de bijdrage
Als je de bijdrage van Attje Kuiken rustig na wil lezen, vind je de uitgeschreven tekst hieronder. Om de toespraak leesbaar te houden, hebben we de interrupties eruit gelaten.
Woensdag 21 september 2022
"'De energietoevoer valt stil. De prijzen stijgen fors. En armoede dreigt ons land te overspoelen.' Het is 1973, en de premier spreekt de bevolking toe, live via de televisie. 'Naar oordeel van de regering zal daar waar mínder te verdelen valt, dat mindere gelíjker moeten worden verdeeld. Als we daartoe bereid zijn, dan wordt het geen koude winter – al vriest het nog zo hard.'
Deze woorden van Joop Den Uyl, staan in groot contrast met de passiviteit van de huidige premier en zijn kabinet. “We worden allemaal een stukje armer”, is hun boodschap.
Terwijl juist nú mensen behoefte hebben – aan perspectief om gezamenlijk door deze tijd te komen. Aan politici die alles uit de kast halen om niemand achter te laten. Dan moet je durven breken met oude vormen en gedachten. Niet alleen deze winter, maar ook daarna.
Voorzitter, we voeren dit debat tegen de achtergrond van een onzekere en onvoorspelbare wereld: de coronapandemie lijkt rustig, maar smeult nog steeds. Er is oorlog op ons continent. Oekraïense mannen en vrouwen vechten voor hun vrijheid. En laten we eerlijk zijn, deze strijd is voorlopig niet voorbij. Poetin staat op verlies en daarom kiest hij voor escalatie. Maar het mag duidelijk zijn: de steun die het hele Westen, ook Nederland, aan Oekraïne heeft gegeven, zal ook de komende maanden harder nodig zijn dan ooit.
Voorzitter, de internationale situatie maakt ook mensen in Nederland onzeker. En nee, het kabinet heeft hier geen schuld aan. Maar, in deze moeilijke tijden verwacht de samenleving wel daadkracht en leiderschap.
Vooruitzien, hoe moeilijk de omstandigheden ook zijn.
Maar ik vraag me soms oprecht af of de ernst van de problemen wel voldoende doordringt in vak K. Hebben ze door dat er mensen zijn in ons land die straks niet voor nieuwe bóeken, maar voor warme vóeten naar de bieb gaan? Dat ouderen met dekentjes in een zorginstelling zitten en dat kinderen tijdens de rekenles flauwvallen van de honger?
Als Friezin hoop ik, zoals veel Nederlanders, elk jaar vurig op de Elfstedentocht. Maar dit jaar niet. Voorzitter, al een jaar kijkt de samenleving naar de politiek voor hulp. Al een jaar lang zegt het kabinet: wacht u maar. Wacht u maar tot het regeerakkoord, wacht u maar tot de voorjaarsnota, wacht u maar tot Prinsjesdag. En tot vorige week zei het kabinet nog: wacht u maar tot januari.
En gisteren hoorden we eindelijk een andere toon: het kabinet voert een maximumprijs in voor energie. Dat is hard nodig om mensen vaste grond onder de voeten te geven. Dat plan had er al lang moeten liggen.
En ik vraag dan ook aan het kabinet: wanneer krijgen mensen uiteindelijk duidelijkheid over hun energierekening? Want die uitvoering is behoorlijk cruciaal.
Hopelijk hebben we dan ook wat ruimte om vooruit te kijken. Want daar heeft het veel mensen thuis tot op heden aan ontbroken. Want keer op keer wuifde het kabinet de zorgen van de samenleving weg. En keer op keer liep het kabinet achter de feiten aan.
Als je zelfgenoegzaam regeert, dan laten de zorgen van de samenleving je koud.
En voorzitter, dat is de kernvraag van dit debat: gaat de coalitie vanaf nu luisteren naar de zorgen in de samenleving, of volhardt Rutte 4 in het eigen gelijk?
Voorzitter, het zou goed zijn als we in dit debat verder vooruit kijken. Want alleen zo kun je echt perspectief bieden. De ongelijkheid in ons land is zo groot geworden, dat miljoenen Nederlanders inmiddels onzeker zijn van hun bestaan. Als we vooruit willen komen, dan zullen we de vastgeroeste patronen moeten doorbreken. Breken met een politiek met als mantra dat succes van de top, goed zou zijn voor ons allemaal. Een politiek die kiest voor efficiëntie bóven de menselijke maat. Het grote geld boven het gezond verstand. Een politiek die luistert naar de grootste bek, maar doof blijft voor de mensen met het grootste hart.
Jarenlang is ons wijsgemaakt dat succes een keuze is, en dat achterblijven je eigen schuld is. Heb je geen huis? Logisch want je hebt geen vast contract. Geen vast contract? Had je maar moeten studeren. Geen diploma? Had je maar beter je best moeten doen op school.
Ik wil het graag omdraaien. Laten we een beetje bescheidenheid tonen: succes is vaak een kwestie van mazzel, achterblijven is een kwestie van pech. Die kloof splijt de samenleving, en breekt ons geloof in vooruitgang. Terwijl we allemaal vooruit kunnen komen, als we omzien naar elkaar.
En ik geloof dat het kan, als we bereid zijn andere keuzes te maken. Keuzes voor een sociale economie met waardering voor onmisbaar werk, hogere lonen en een stevig sociaal vangnet. En voor een sterke samenleving, met goede publieke voorzieningen.
Voorzitter, ik denk dat er drie doorbraken nodig zijn:
Ten eerste zullen we de groeiende sociale ongelijkheid in ons land moeten doorbreken.
Onze premier vertelde trots dat de Nederlandse economie het hardst groeit van alle EU-landen. Maar wat is die groei waard? Als de winsten stijgen, maar hardwerkende mensen hun salaris zien verdampen? Als sommige bestuurders 40 keer zoveel verdienen als een normale werknemer?
We worden niet collectief armer. Vermogenden worden slapend rijk, de rest werkend arm.
En deze ongelijkheid houdt niet op bij de portemonnee. Hoe hoger je inkomen, hoe langer je gezond blijft. We zagen het in de coronacrisis. Mensen met een essentieel beroep konden namelijk niet thuiswerken. Dus zij raakten vaker besmet. Duizenden zorgmedewerkers zitten inmiddels thuis met langdurige coronaklachten. En mensen met een laag inkomen sterven vaker aan zelfdoding en alcoholmisbruik. Dood door wanhoop, noemen de Amerikanen het. Maar ook in Nederland komt dit steeds vaker voor.
Of in het onderwijs: broertjes en zusjes die een laptop delen, kinderen wiens ouders geen dure bijlessen kunnen betalen, en die de grootste prijs betalen voor het gebrek aan leraren voor de klas. Om die scheefgroei tegen te gaan, zullen we weer eerlijk moeten delen.
Onderzoek na onderzoek laat twee dingen zien: de rijkste Nederlanders blijken nog rijker dan we al dachten, en ze betalen nog minder belasting dan we al vreesden. Ik hoop dat we het tenminste eens kunnen worden dat werken méér moet lonen, dan het loont om op je geld te zitten. Als je dat echt vindt, dan volstaan kleine stapjes toch niet meer. Dan kies je voor hogere belastingen op vermogen, winst en speculeren. En daarmee kunnen we dus investeren in vooruitgang voor ons allemaal.
Wat mij betreft beginnen we juist in de wijken waar de mensen die vooruitgang de afgelopen jaren het minst hebben gevoeld. Met een wijken-offensief: knap de huurwoningen op, verduurzaam ze. Zorg voor meer wijkagenten en jeugdwerkers, om jongeren uit de klauwen van de criminaliteit te houden. Zorg voor bijles en ondersteuning voor alle leerlingen, wat hun ouders ook verdienen. En haal mensen uit de armoede, met basisbanen waarmee ze werk doen dat belangrijk is voor ons allemaal.
Voorzitter,
Een tweede terrein waar een doorbraak nodig is, is het denken over ons werk.
Want de mensen die onmisbaar werk doen, krijgen vaak niet de waardering die ze verdienen. Dan heb ik het over de mensen die onze kantoren elke dag schoon maken, de mensen die ons verzorgen als we ziek zijn, de trambestuurders die ons naar ons werk brengen, de leraren die onze kinderen onderwijzen en de vakkenvullers zonder wie we überhaupt geen boodschappen kunnen doen.
Zíj zijn de ruggengraat van onze samenleving.
Van een tekort aan flitshandelaren en tabakslobbyisten ligt niemand wakker, maar als het zorgpersoneel of de NS-medewerker staakt, dan komt ons land tot stilstand. En toch worden hun zorgen vaak niet gehoord in Den Haag. Het zijn de mensen die geen vast werk hebben, werken met de grootste onregelmatigheid, idiote uurtjes-factuurtjes draaien en lijden onder aanbestedingsonzekerheid.
Voorzitter, daar moeten we vanaf.
Herwaardering van onmisbaar werk, begint bij een hoger minimumloon, van ten minste 14 euro.
Dat is een loonsverhoging die miljoenen mensen verder kan helpen, die onmisbaar werk doen. Dat is een kwestie van respect en fatsoen.
Een minimumloon is namelijk veel meer dan een koopkrachtknop. Het is een sociale afspraak over de minimale waarde van werk. Hoe we in Nederland willen dat we met elkaar omgaan. Zodat mensen weer rond kunnen komen van hun salaris – iets wat in ons land, ons welvarend land, de norm zou moeten zijn. Het is goed dat het kabinet eindelijk een stap zet in de goede richting, maar het is met de huidige inflatie simpelweg niet genoeg. Ook niet met deze miljoenennota.
Het minimumloon was al te laag voordat de prijzen begonnen te stijgen. Een verhoging van 10 procent is dan ook geen echte vooruitgang, maar alleen achterstallig onderhoud.
Voorzitter,
Een derde doorbraak is nodig in de discussie over duurzaamheid.
Deze energiecrisis veroorzaakt een grote kloof tussen mensen die er warmpjes bij zitten, en mensen die rood staan. Al voor de oorlog in Oekraïne had een half miljoen huishoudens moeite om de energierekening te betalen. Waren huurders in tochtige woningen al afhankelijk van hun huurbaas. Als we deze mensen meer zekerheid willen bieden, dan moeten we verduurzamen.
Duurzaamheid betekent niet veel meer dan bestaanszekerheid voor de toekomst.
Juist door onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen explodeert nu de energierekening. En de opwarming van de aarde dreigt letterlijk de vaste grond onder onze voeten weg te slaan.
De afgelopen jaren werd de rekening van het klimaatbeleid neergelegd bij de werknemers, bij de huurders en bij de middenklasse. Vastgoedbezitters en vervuilers werden juist ontzien. Het overgrote deel van de groene subsidies en belastingkortingen vloeit nog steeds naar de rijkere huishoudens. Als we niets doen, dan wordt energie een grote ongelijkmaker. Om dat te voorkomen zullen we niet de markt, maar de mens centraal moeten stellen.
Voorzitter, deze miljoenennota gaat voort op de eerder ingeslagen weg. Het kabinet zet miljarden klaar voor de grote vervuilers. De vervuiler gaat niet betalen. Nee, de vervuiler krijgt betaald. En gelijktijdig gaat in 2024 de belasting op gas voor huishoudens wél verder omhoog. En dat is scheef.
Er is een alternatief. Spreek vastgoedbeleggers aan, en ontzie huurders. Bijvoorbeeld door de huur van tochtige huizen te verlagen. Pas als de energierekening daalt, mag de huur weer omhoog.
Maak de belofte van een duurzame toekomst tastbaar, voor iedereen.
Op de langere termijn dwingt de energiecrisis ons om na te denken over energie als basisvoorziening. Hoe wenselijk is het als investeerders schathemeltje rijk kunnen worden met de verkoop van een basisbehoefte als energie? Hoe wenselijk is het als we geen grip hebben op de betaalbaarheid op het moment dat er een crisis uitbreekt?
Voorzitter, ik zei al, de vraag van dit debat is: is dit kabinet in staat om de keuzes te maken die nodig zijn?
En voorzitter, daar ben ik niet optimistisch over. Ik zie politiek onvermogen, én ideologische onwil.
De wittebroodsweken zijn nog niet voorbij, en Rutte 4 hangt al uitgeteld in de touwen. Het was nog niet eens Prinsjesdag, en de miljoenennota lag al in de prullenbak. En de vraag is: Gaat dit kabinet deze miljoenennota ooit uitvoeren?
Misschien weet Remkes het?
Voorzitter, nu verkiezingen, na een jaar stilstand en formeren, zou totaal idioot zijn. Maar een kabinet dat niet regeert, kunnen we ons ook niet veroorloven. Wij híer wel, maar het land niet.
In deze energiecrisis werd de ideologische leegheid van dit kabinet dan ook pijnlijk zichtbaar. De coalitie komt vaak niet verder dan het afkopen van sociale onrust en politieke verschillen. Fundamentele keuzes durven ze eigenlijk niet aan. De coalitie oogt soms verdwaald in deze tijd. De samenleving verandert, maar hun denken staat stil.
Zonder visie, hol je van crisis naar crisis.
Premier Den Uyl zei het al in 1973: "Waar visie ontbreekt, komt het volk om." Want hoe kan je ooit de juiste antwoorden geven, als je niet de juiste vragen stelt? Hoe kan je de splijtende tweedeling in ons land tegengaan, als je ongelijkheid niet echt een fundamenteel probleem vindt?
We hebben geen behoefte aan windvanen maar aan richtingwijzers. Hoe moeilijk ook. De uitdagingen van deze tijd vragen juist om een visie op een sterke samenleving, gebaseerd op bestaanszekerheid, eerlijk delen, saamhorigheid en duurzaamheid. Waar mensen de erkenning krijgen die ze verdienen. En waar de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen.
PvdA en GroenLinks laten vandaag zien dat het anders kan, met eigen ideeën en voorstellen.
In ons alternatieve koopkrachtpakket bieden we mensen zekerheid. Met een minimumloon van tenminste 14 euro per uur, een maximumprijs voor energie, gerichte steun voor middeninkomens en huurders.
Dat is prima te betalen, als je maar bereid bent van bedrijven die veel winst maken een eerlijke bijdrage te vragen, en van mensen die het geld prima kunnen missen.
Nederland is toe aan een nieuwe vorm van politiek, die tegen de versplintering in de krachten bundelt. En aan politici die hun eigen ego ondergeschikt maken aan het algemeen belang.
Voorzitter, dat is mijn simpele hoop van vandaag. Dat de politiek niet langer met de koppen tegen elkaar staat, maar de koppen bij elkaar steekt. Dan kunnen we de veerkracht van onze samenleving volop benutten.
Ik ben hoopvol als ik zie hoe vrijwilligers zich met hart en ziel inzetten in de zorg, bij taallessen voor nieuwkomers of bij de voedselbank. Hoe jongeren solidariteit toonden met veel kwetsbaren tijdens de coronacrisis. Hoe sommige werkgevers nu al de lonen hebben verhoogd omdat zij zien dat hun werknemers niet meer rond kunnen komen.
Als we omzien naar elkaar, kunnen we samen vooruit komen.
En dan weet ik één ding zeker: al komt er een Elfstedentocht, dan zit er niemand in de kou."