Door Attje Kuiken, Habtamu de Hoop op 20 december 2022 Delen
Stelt u zich eens voor dat het spoor tussen Amsterdam en Utrecht defect is en er geen trein kan rijden. Niet een of twee dagen, maar drie maanden. Grote economische schade, woedende reizigers en de directie van ProRail op het matje bij de minister. Het land zou terecht te klein zijn.
Maar waarom bleef het zo stil toen maandenlang de treinen niet reden tussen Flevoland en Friesland? Na een ongeluk bij Dronten duurde het bijna drie maanden tot het spoor was gerepareerd. Honderdduizenden reizigers waren de dupe en moesten omreizen of gebruik maken van bussen. Vanuit de bestuurstafels in Den Haag en Utrecht bleef het oorverdovend stil. Zij lijken niet verder te kijken dan de Randstad.
Want dit voorbeeld staat niet op zichzelf. De gevolgen van de kaalslag in het OV zijn overal in de regio merkbaar. Buslijnen verdwijnen, noodzakelijke investeringen in het spoor blijven achter, de treinkaartjes worden duurder. En dat terwijl juist de effecten in dorpen en op het platteland het grootst zijn. De afstanden die mensen moeten afleggen voor werk, school of recreatie zijn gemiddeld genomen groter en daarmee duurder.
De gevolgen van de kaalslag in het OV zijn overal in de regio merkbaar.
Het PBL toonde aan dat mensen in de regio zonder auto amper toegang hebben tot goed werk, scholen en gezondheidszorg. Dat raakt mensen met een bescheiden portemonnee, die zich geen auto kunnen veroorloven. Denk maar niet dat flexwerkers met een minimumloon een reiskostenvergoeding krijgen.
Dit kabinet kondigde investeringen aan. En waar er terecht miljarden worden uitgetrokken voor beter OV in de steden, staat de regio nagenoeg met lege handen. Nog geen 1,2 procent van het budget gaat naar Noord-Nederland. Zou het kabinet denken dat alle Friezen fierljeppend naar hun werk gaan?
Het roer moet om. Voor de kwaliteit van leven in een land is een goed, veilig en betaalbaar OV maatgevend, maar ook in Limburg en Twente.
Voor de kwaliteit van leven in een land is een goed, veilig en betaalbaar OV essentieel.
Allereerst verwachten we een langetermijnplan. Met verschuiving van investeringen in asfalt naar spoor en busverbindingen op het platteland. Met bijvoorbeeld de aanleg van de Lelylijn, de Nedersaksenlijn bij Meppel en elektrificatie van de Maaslijn. Ons uitgangspunt is dat de overheid voldoende bereikbaarheid garandeert voor iedereen.
Ten tweede willen we een halt toeroepen aan de stijging van prijzen voor bus en trein. De staatssecretaris moet als aandeelhouder van NS afdwingen dat de ticketprijzen niet verder mogen stijgen. Busverbindingen die noodzakelijk zijn voor de bereikbaarheid van banen en voorzieningen moeten juist betaalbaar worden, niet almaar duurder.
Tot slot is het nodig dat steun aan de OV bedrijven wordt voortgezet. En er moeten harde afspraken worden gemaakt met de vervoerders over het in stand houden van buslijnen in de regio, ook als deze onrendabel zijn.
Goed en betaalbaar openbaar vervoer, dat is sociaal voor iedereen.
Dit opiniestuk is in het AD gepubliceerd.