In het hoger onderwijs is #metoo-actie nog nodig

Opinieartikel AD samen met Alex Tess Rutten, voorzitter van de Landelijke Studentenvakbond.

In het hoger onderwijs is #metoo-actie nog nodig

Door Kirsten van den Hul op 23 januari 2020 Delen  

‘Een acht voor een nacht’, zo stond ‘hoogleraar B’ van de Universiteit van Amsterdam bekend. Ondanks verschillende meldingen kon hij jarenlang zijn gang gaan met grensoverschrijdend gedrag, van dubbelzinnige opmerkingen tot het sturen van masturbatiefilmpjes.

Dit verhaal staat helaas niet op zichzelf. Onderzoek van het Landelijke Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren liet onlangs schokkende resultaten zien: er bestaan enorme drempels om wangedrag te melden en daders wanen zich vaak onaantastbaar. Hun conclusie: dit is slechts het topje van de ijsberg en universiteiten‎ bieden onvoldoende bescherming tegen intimidatie op de werkvloer.

De #metoo-beweging heeft blootgelegd dat seksueel ‎grensoverschrijdend gedrag overal voorkomt. De nieuwsberichten en onderzoeken in het hoger onderwijs beperken zich echter veelal tot het wetenschappelijk onderwijs. Terug te voeren op de afhankelijkheidsrelatie tussen bijvoorbeeld promovendi en hoogleraren.

Want wat doe je als je seksueel wordt geïntimideerd door iemand van wie je afhankelijk bent voor‎ een goed cijfer of de plaatsing van een wetenschappelijk artikel?

Hetzelfde geldt voor de reguliere student en medewerker. Gek genoeg horen we daar heel weinig over.‎ Minister Ingrid van Engelshoven erkent dit, maar stelde eerder niks te zien in het opzetten van een landelijk en onafhankelijk meldpunt voor het hoger onderwijs. In plaats daarvan vertrouwt ze erop dat instellingen de problemen de komende tijd zelf oplossen. ‎

In reactie hierop is de Landelijke Studentenvakbond een eigen onderzoek gestart. De eerste  resultaten geven een belangrijke verklaring voor de veronderstelde valse stilte: het melden van intimidatie wordt op veel instellingen niet of onvoldoende gefaciliteerd. Tijd daarom, dat universiteiten en hogescholen werk gaan maken van sociale veiligheid. Zij moeten met studenten én medewerkers een plan van aanpak maken. Een aanpak die ervoor zorgt dat élke student, Nederlands- of Engelstalig, assertief of minder mondig, de weg vindt naar een onafhankelijke vertrouwenspersoon.‎

De veiligheid moet vanaf dag één helder zijn.

Bij de aanstelling van nieuwe werknemers, maar ook tijdens introductieweken, als het gros van de eerstejaars studenten voor het eerst in contact komt met hun universiteit of hogeschool. Alles om bewustzijn te creëren en het signaal te geven: voor grensoverschrijdend gedrag is geen plek en het melden ervan heeft zin. ‎

Sommige instellingen binnen het hoger onderwijs hebben al stappen gezet in de juiste richting. Maar er valt nog een wereld te winnen, zeker bij hogescholen. De minister moet daarom niet afwachten tot instellingen aan CAO-tafels met plannen komen.

De sociale veiligheid van studenten, docenten, medewerkers – van schoonmaker tot promovendi – is simpelweg té belangrijk. De oplossingen zijn niet ingewikkeld, maar ze moeten wel nú afgedwongen worden. ‎

Delen:

Berichten