Door Lodewijk Asscher op 17 december 2019 Delen
De leraren zitten in een kring, in een lege school. Een doordeweekse middag in Overtoomse Veld, Amsterdam.
In een mooi nieuw onderwijsgebouw hangen tekeningen aan de wand, vrolijke kleuren. Maar geen spelende kinderen. Geen gejoel of gezelligheid. Geen ouders die hun kinderen komen ophalen. Een vreemde stilte.
Waar zijn de kinderen dan?
Waar zijn de kinderen dan? Thuis. Of in een noodopvang verderop. De school is een week dicht omdat het niet meer gaat. Het lerarentekort vreet iedere dag verder aan de weerstand van de leerkrachten die er wel zijn. Het holt iedere dag de onderwijskwaliteit een klein beetje verder uit. De directeur vertelt me rustig dat ze ermee stopt als er geen verbetering komt. ‘Ik kan het niet langer verantwoorden’, zegt ze.
Ouders zijn bezorgd. Over hun kinderen. Ze houden zelf ternauwernood hun hoofd boven water. Er is geen geld voor bijles in deze buurt. Het is de buurt met de hoogste werkloosheid van de hoofdstad.
Het wordt steeds moeilijker om kinderen door te verwijzen naar het speciaal onderwijs.
Een juf van groep 3 vertelt dat ze zij-instromer is: ze vindt het geweldig, maar zou graag een meer ervaren leerkracht in de buurt hebben om soms advies aan te vragen. Die is er niet. Ze staat sinds september voor de klas. Een leerkracht van groep 7 vertelt dat het steeds moeilijker wordt kinderen door te verwijzen naar het speciaal onderwijs. Een jongetje met problemen is diep ongelukkig. Hij wordt soms agressief en gooit met spullen. ‘Maar de instanties doen net alsof ik me er makkelijk vanaf maak nu hij niet op school te handhaven is.’ De intern begeleider staat zelf voor de klas - ze moet wel. Begeleiden van kinderen die wat extra hulp nodig hebben zit er niet meer in.
Het is een stuitend contrast met de begrotingsoverschotten die door het kabinet gevierd worden als sportprestaties.
In de week dat ik de Huizingaschool bezocht verscheen de brief van het kabinet over het investeringsfonds van het kabinet. Het ‘WopkeWiebesfonds.’ Daarin worden straks tientallen miljarden gestopt. Onderwijs is superbelangrijk staat er. En in de toekomst wordt het meer digitaal en een kwaliteitssprong. Dat is het zo’n beetje. Niks om de leraren nu te steunen. Niks voor de kinderen die vandaag niet krijgen wat ze verdienen. Niks voor ouders die zich zorgen maken over de onderwijskwaliteit.
In de praktijk betekent dit een vierdaagse schoolweek.
Gisteren bracht de NOS eindelijk het bericht waar ik op hoopte: “Noodmaatregelen tegen lerarentekort.” Helaas, het was een overgetikt persbericht van het ministerie. De grote steden krijgen één (1) miljoen om de crisis te bestrijden. Eerder toegezegde maatregelen werden in de magnetron gestopt en opnieuw opgewarmd. En de scholen kregen ruimte om de lestijden aan te passen. In de praktijk betekent dit een vierdaagse schoolweek - in een van de rijkste landen van de wereld.
Het lerarentekort raakt iedere klas in iedere stad en in ieder dorp.
Vandaag stemt de Eerste Kamer over de onderwijsbegroting voor volgend jaar. Daarin zit geen extra structureel geld tegen het lerarentekort. Het lerarentekort raakt iedere klas in iedere stad en in ieder dorp. Het is een grove schande. Dit kabinet moet naast leraren, ouders en kinderen gaan staan en het lerarentekort permanent oplossen, niet alleen met noodmaatregelen.
Daarom stemmen wij vandaag tegen de onderwijsbegroting. En ik roep alle senatoren op hetzelfde te doen.