Wat is er belangrijker dan onderwijs? De meeste van ons zijn ooit naar school geweest. Begonnen als kind dat nog niet kon lezen of schrijven, en jaren later de school verlaten als jongvolwassene.
Klaar om op eigen benen te staan. Onderwijs biedt iedere dag duizenden kinderen de kans alles uit het leven te halen. Maar er zijn grote problemen in ons onderwijs. Er is een schreeuwend tekort aan leraren en de werkdruk is veel te hoog. Klassen worden naar huis gestuurd. Scholen schakelen noodgedwongen over tot vierdaagse schoolweken en volgende week sluiten 16 basisscholen een week lang hun deuren. Allemaal omdat er onvoldoende leraren zijn. En diezelfde leraren, onderwijsassistenten, schoolleiders, kinderen en hun ouders zijn het afgelopen jaar helder geweest. Op het Malieveld, op de Dam en op vele schoolpleinen door het hele land: er moet nú iets gebeuren. Maar helaas lijkt dit kabinet hen niet te horen.
Want de onderwijsbegroting van dit kabinet rammelt aan alle kanten
Want de onderwijsbegroting van dit kabinet rammelt aan alle kanten. Er wordt bezuinigd op het wetenschappelijk onderwijs, specifiek de medische, alfa- en gammastudies. Het is onduidelijk waar op de onderwijsbegroting de inkomsten die het kabinet misloopt door de – gelukkig – niet ingevoerde renteverhoging op studieleningen wordt verhaald. En er is op het nippertje slechts een incidenteel bedrag vrijgemaakt om het groeiende lerarentekort tegen te gaan. Een onderwijsbegroting die nog niet het begin van een antwoord biedt op de problemen waar we nu voor staan. Want hoewel geld niet de oplossing voor alles is, is een realistisch budget om de noden van nú op te vangen wel van essentieel belang.
Geld is niet het probleem, het probleem is een gebrek aan oog voor wat er nu nodig is in de samenleving.
En we weten: geld is niet het probleem van dit kabinet. Ook dit jaar blijft er weer 14 miljard over. Geld is niet het probleem, het probleem is een gebrek aan oog voor wat er nu nodig is in de samenleving. De boodschap van al die stakende leraren was luid en duidelijk. En daarbij komt dat het lerarentekort als eerste de meest kwetsbare kinderen treft. Kinderen die nog meer dan anderen baat hebben bij een vertrouwd gezicht voor de klas. Bij regelmaat. Juist die kinderen worden nu bovengemiddeld vaak naar huis gestuurd en krijgen aan de lopende band wisselende leraren voor hun neus. Leraren die weer gewoon les willen geven, die er willen zijn voor hun kinderen. Zij, en de kinderen, hebben behoefte aan een kabinet dat luistert. Dat erkent dat er een noodsituatie is en daar naar handelt.
De coalitie wil niet luisteren en zet haar eigen plannen door.
Vorig jaar presenteerden wij het Noodpakket Leraar voor de Klas met voorstellen voor zowel de korte als lange termijn. En bij het uitblijven van serieuze stappen in die uitvoering daarvan, hebben wij al voor de zomer wij laten weten niet in de kunnen stemmen met een begroting zonder structureel extra geld om het lerarentekort aan te pakken. En ook tijdens de behandeling van de begroting hebben we voorstellen gedaan om de begroting te verbeteren. Maar de coalitie wil niet luisteren en zet haar eigen plannen door. Helaas kunnen wij als Partij van de Arbeid daardoor niet instemmen met deze onderwijsbegroting.
De komende tijd blijven wij ons onverminderd inzetten voor echte oplossingen. Voor extra investeringen in het onderwijs. Voor een structurele aanpak van het lerarentekort. Zodat alle kinderen een leraar voor de klas hebben en het onderwijs krijgen waar ze recht op hebben.